Terug naar Phnom Penh.



Dinsdag 11 december

Vroeg op want om 08.00 uur vertrekt de bus naar Phnom Penh. Pannenkoeken met fruit en yoghurt als ontbijt en dan snel afrekenen. $122 voor vier nachten met ontbijt, avondeten en drank. Dat is geen geld. En dan hebben we het niet eens over de ligging want die is onbetaaldbaar. Er is een misverstand over de vertrektijd van de bus. Er wordt gebeld naar de busmaatschappij en we kunnen toch op tijd mee. We stappen achter op de brommer en de jongens brengen ons naar de rotonde onder aan het strand waar de bus ons moet oppikken. De jongens van “Vanna” blijven netjes wachten. We komen in gesprek met Liso (manager van het hotel) en deze verteld ons dat hij ongeveer veertig tot zestig dollar per maand verdient voor ongeveer vijftien uur per dag werken of aanwezig zijn. Ook vertelt hij dat dit nog best veel is en dat de meeste mensen veel minder verdienen. De bus komt aanrijden en stopt. De tassen worden onderin geladen en we vertrekken richting Phnom Penh. Kep was geweldig. Onderweg stoppen we twee keer, maar vier uur later komen we via een mooie route aan in Phnom Penh. Als we de stad komen binnenrijden worden we al toegewenkt door tuk-tuk rijders die ons graag naar een hotel willen brengen.
Eerst onze ontzettend stoffige tassen onder uit de bus halen en dan voor één dollar met een niet te opdringerige chauffeur naar de Bright Lotus. Omdat we niet vroeg genoeg geboekt hebben zijn er geen kamers meer vrij met balkon. Jammer, maar gelukkig hebben ze een geweldig terras beneden waar we lekker kunnen zitten. We nemen een grote kop verse tomaten soep en een noodlessoep. Het eten is erg goed en met verse ingrediënten gemaakt. Onze tuk-tuk rijder die we nog kennen van de eerste dagen in Phnom Penh brengt ons voor $2 naar de Russische markt. We lopen de hallen door en het lijkt erg veel op de Silk-Market in Beijing, alleen het personeel is niet gemotiveerd en de kleding is erg gedateerd. Er valt niet veel af te dingen en de verkoopsters hebben eigenlijk totaal geen zin om je te helpen. We kijken dan ook niet meer naar kleding maar willen wel een paar leuke souvenirs kopen voor thuis. We vallen voor een houten Bayonbeeld voor $7, een kleine Angkor Wat uit hout gesneden en een T-shirt van Tin Tin in Cambodja voor $2. Het is erg druk op de markt en de doorgangen zijn heel erg nauw. We moeten daar weer aan wennen na de rust van Kep.
We hebben er snel genoeg van en nemen een tuk-tuk terug naar ons geusthouse. Onderweg worden we bijna beroofd van onze rugzak. Een brommer met drie gasten erop komt naast ons rijden en willen de rugzak uit onze tuk-tuk trekken, helaas voor hen hebben wij deze goed vast zitten. We waren al gewaarschuwd hiervoor. De tuk-tuk rijder die we bij de markt hebben genomen neemt vaart terug en reageert vreemd als we zeggen dat hij harder moet gaan rijden omdat we bijna beroofd zijn. Berry is erg geschrokken en vooral erg kwaad. Gelukkig dat we altijd voorzichtig zijn met onze spullen, anders is de vakantie snel bedorven. De tas is op zich niet erg, maar de foto´s op de kaart zijn wel kostbaar. We besluiten dan ook om maar gelijk een nieuw kaartje in de camera te zetten. We komen tot rust op ons terras en denken dat de tuk-tuk rijder en de jongens op de brommer samen werken. Na een warme douche lopen we eruit om iets te gaan eten. We komen terecht bij Bali, een Indonesisch restaurant op de eerst verdieping aan de boulevard. Het eten is erg goed en na een borrel kijken we nog een spannende film op de kamer. Het was een drukke en enerverende dag.

Woensdag 12 december

Wandelen door Phnom Penh.

Tijdens het ontbijt op het terras voor ons hotel komen er monniken langs die de dagelijkse bedelronde lopen. Ze zijn in opleiding en moeten als taak geld en voedsel ophalen. Een meisje wat in het hotel werkt haalt geld uit de kassa en doet dit in de tas van de monnik. Als dank krijgt zei van de monnik een gebedje. Het meisje knielt voor de monnik. Heel bijzonder. Dit gebeurt hier dagelijks. We gaan vandaag wandelen door de stad. In de Lonely Planet staat een route die langs het museum, paleis, onafhankelijks museum en de consulaten gaat. We lopen rustig want het is al weer best warm. Het is heerlijk om te wandelen, je kunt alles goed in je opnemen. Wel worden we om de meter aangesproken of we niet toch liever een tuk-tuk willen. We willen een T-shirt maken met de tekst “NO TUK-TUK”. Hier in Cambodja is het niet luxe om zelf te lopen en men vindt dit dus ook vreemd. In de buurt van de consulaten wemelt het van de buitenlanders en van de grote SUV´s.
We vinden een kleine chocolaterie waar ze van alles verkopen. Het ruikt goed en vooral de winkel ziet er heel modern uit. We lopen naar binnen en zien in een vitrine heerlijke brownies liggen. We kunnen de verleiding niet weer staan en nemen een brownie en een heerlijke koffie. We kunnen ook buiten zitten, maar het is wel erg warm in de zon. De brownies zijn echt heerlijk en vooral machtig. Het is hier erg druk en het personeel loopt zich hier de zoom uit de broek. Zo hebben we het nog niet gezien in Cambodja. Deze zaak zou in hartje Manhattan niet misstaan. We lopen na deze onverwachte break verder en komen uit bij een groot modern winkelcentrum van acht verdiepingen wat vlak bij de oude centrale markt staat. Het contrast is groot. In het winkelcentrum zijn allemaal kleine shopjes waar iedereen zijn eigen personeel heeft. De meiden in de shops zitten te slapen, kaarten of te eten. Ze doen wederom geen moeite om ons te helpen of iets te verkopen. Heel vreemd. Voor het winkelcentrum gaan we lekker op de trap zitten en nuttige onze lunch. We hebben lekker brood gekocht bij de chocolaterie en besmeren dit met onze meegenomen chocopasta. Heerlijk. We blijven ons verbazen over de grote verschillen tussen rijk en arm. De `buitenlanders` rijden allemaal in aso bakken en de bevolking heeft bijna niets. Soms een brommer.
We lopen verder naar de oude markt en komen langs het busstation. We zien busjes die volgestopt worden met mensen en goederen. Past het er niet meer in, dan wordt het er buiten langs gebonden of bovenop geplaatst. Er hangt meestal net zoveel aan de achterkant van de bus al dat de bus lang is geweldig. Dit geldt ook voor de mensen. Ook die moeten boven op zitten. Beenruimte, wat zeur je nou, ze moeten op een zo goedkoop mogelijk wijze met zoveel mogelijk spullen naar een bestemming. We lopen weer verder en komen bij het tegenovergestelde terecht, Hotel Le Royal van de Raffles group. Hier kost een kamer minimaal $160 en maximaal $2000. Er is een ruime tuin voor het hotel en omdat het kerst is deze in de kerstsfeer omgetoverd. Hier zit echt de plebs, die over de rode lopen het hotel in komen. De hal is versierd met een mega kerstboom. Het is zo tegenstrijdig dat het eigenlijk niet kan. Achter het hotel ligt een ruim zwembad met daarom heen ligstoelen. In the Elephant bar kun je tussen 16.00 en 20.00 uur voor de helft van het geld een borrel nemen. Zelf heb ik erg veel moeite met deze verschillen.
Via de Us embassy lopen naar Lake Boeng Kak. Aan het meer vind je de echte backpackers area. In eerste instantie wilden wij ook daar gaan slapen, maar dit werd toch een beetje afgeraden. We willen het nu zelf zien. We lopen langs een heel groot terrein waar een grote Moskee op staat. We komen terecht in een iets wat smerige buurt met smalle straatjes. De sfeer is erg gemoedelijk. Het is een echt backpackersgebied. De kamers kosten $2 tot $8.
De meeste guesthouses hebben een terras aan het meer. Het meer is bijna geheel begroeid. We laten ons vanaf hier met een tuk-tuk naar ons hotel terug brengen. Het is 16.00 uur en voordat de zon ondergaat willen we nog wat mooie foto´s maken van de zonsondergang bij het Franse pand naast ons hotel. We lopen nog even langs Friends. Dit is een gebouw waar de organisatie zit die het voor kinderen waar maakt om een gedegen opleiding te volgen. Ze hebben een eigen restaurant waar de kinderen worden getraind voor horeca werkzaamheden. De kinderen werken in de bediening en in de keuken. Ook hebben ze een winkel waar je spullen kunt kopen die gemaakt zijn door kinderen die een heel moeilijke jeugd gehad hebben, bv prostitutie etc. We hebben dit op tv gezien en willen graag een tas kopen die gemaakt is van oude rijstzakken. De meiden die deze tassen maken zijn als kind verkocht aan bordelen om daar te werken. We kopen een tas voor $10 en lopen terug naar het park tegenover ons hotel. De zonsondergang maakt dat er een mooi licht over het Franse gebouw valt. Tegen deze tijd is het hier erg druk met monniken die van school en werk komen. We maken veel foto’s. Na een dag slenteren ben je wel toe aan een lekkere douche.
Hierna gaan we eten bij Frizz. Tijdens het eten kopen we een Lonely Planet van Laos voor $2. Het jongetje wat ze verkoopt wil hem eigenlijk niet verkopen maar als we het geld in zijn bak waar de boeken in liggen leggen, neemt hij het toch aan. Later wilde we hem toch nog een fooi geven van $0.50 maar de jongen werd erg brutaal. De kinderen in Phnom Penh zijn erg brutaal. Waarschijnlijk is dit een puur overleving instinct, want ze hebben hier wel wat te lijden. Ik denk dat je beter kunt opgroeien in een dorp. Je merkt het ook dat kinderen in de stad alleen maar geld van je willen en kinderen in een dorp blij zijn met een ballon. Deze kinderen willen geld omdat ze waarschijnlijk gekocht zijn van hun ouders en door middel van bedelen hun koper tevreden moeten stellen met het geld wat ze ophalen. Je ziet de kinderen ook het geld afgeven aan hun zgn. moeders. De hele kleintjes worden misbruikt door ze bij een ouder kind op de arm te laten liggen en te doen of ze niets hebben. Triest. Heel erg triest. De tegenstelling is dat er ook gezinnen zijn die wel om hun kinderen geven en met ze lopen te wandelen over de boulevard. De jongeren die een beetje geld hebben zitten ook langs de waterkant en andere die verslaafd zijn aan het snuiven van lijm lopen doelloos rond en vallen mensen lastig en doen soms heel rare dingen. De (meestal) jongens zien er vies uit en stinken een uur in de wind. Ze lopen met een zakje met lijm, waar ze de hele tijd aan ruiken en op die manier zo gek als een deur worden. Op deze manier kunnen ze toch nog een beetje `happy`wezen. Tot Morgen.

Donderdag 13 december

Onze laatste dag in Phnom Penh.

We gaan op zoek naar het postkantoor om een kaart te sturen naar "Ray" in Engeland. We lopen naar de Wat Phom en vandaar uit naar het postkantoor. Bij de tempel heerst wederom een relaxte sfeer. Mensen verkopen hun spulletjes en kinderen spelen in het park. Er staat een olifant waar toeristen op rond kunnen hobbelen(erg zielig). We lopen verder over een klein marktje waar allemaal waarzegsters zitten die kaart leggen of handlezen. Het is er best druk. Het vreemde is dat mensen daar wel geld voor hebben. Bij het postkantoor hebben ze in de eerste instantie geen kaarten en we gaan dus op zoek naar een kaarten verkoper. Normaal wordt je de gehele dag lastig gevallen door verkopers, maar als je ze nodig hebt zijn ze er niet. We vinden een gehandicapte man die op een landmijn is gelopen en deze verkoopt ons kaarten voor $1. We lopen weer terug naar het postkantoor en horen dat we bij het verkeerde kantoor zijn. We lopen om de hoek en hier zijn kaarten in overvloed. We doen de kaart op de bus en lopen richting het de chocolaterie waar we ons gisteren hebben laten verleiden tot een heerlijke brownie. We willen met een tuk-tuk, maar deze vragen belachelijke prijzen en willen ons eigenlijk gewoon niet brengen. Vreemd. Dan maar bezweet aankomen, want het is eigenlijk wel weer warm. Heerlijk zo´n brownie in de schaduw met wat wind. Wel erg duur voor deze begrippen, maar hier komen dan ook alleen maar buitenlanders. Na al dit lekkers hebben we weer energie om terug te lopen naar het hotel.
We eten wat op het terras en lopen daarna het park in. We gaan op een muurtje zitten en genieten en fotograferen van als wat er langs komt. Het is erg leuk om te zien hoe en met wat mensen zich verplaatsen. Lekker relaxed.
Na een douche gaan we weer eten bij Bali. De eigenaresse is een Indische vrouw met een Belgische echtgenoot. Ze spreekt ons aan en vraagt of alles naar wens is. Ze heeft gehoord dat we uit Nederland komen en verteld dat ze al zes jaar hier woont en dit restaurant heeft. Ze doet erg veel voor kansloze kinderen. Als we beginnen over de `moeders`die hun kinderen laten bedelen verteld ze dat deze kinderen dus gekocht zijn en moeten werken voor deze mensen als bedelaar. Ze zegt letterlijk `niet alles wat je ziet is werkelijkheid`. Ook de meisjes met de bloemen en de jongens en meiden met de boeken worden allemaal ingezet om maar geld uit de toeristen te peuteren. De kinderen verdienen er nagenoeg niets aan. Hulporganisaties kunnen weinig voor deze kinderen betekenen omdat hun werkelijke ouders het goed vinden. Deze hebben geld gekregen voor hun kinderen en vinden het goed dat ze moeten `werken`.
De vrouw investeert in vrouwen die willen studeren om zo naar een universiteit te kunnen en bv. rechten willen studeren. Op die manier kunnen vrouwen elkaar helpen, omdat vrouwen nooit geholpen worden door mannelijke advocaten. De vrouw verteld ook dat de meeste Cambodjaanse mensen niet willen werken en dat het dus ook moeilijk zal zijn om hier iets van de grond te krijgen. Omdat deze mensen deze instelling hebben worden alle goede zaken overgenomen door de buitenlanders (lees Vietnamese, Indiase en Chinezen). Na het eten drinken we nog wat op een terrasje. We ontmoeten een bijdehante tante van 14 jaar die ook boeken verkoopt. We vragen aan haar wat zij verdient. Ze is heel eerlijk en zegt dat ze als ze niet naar school hoeft, van ´s morgens vroeg tot ´s avonds laat boeken verkoopt voor de boekenwinkel en dan $1 per dag krijgt. Daar moet ze dan haar eigen school van betalen. Ze wil graag gids worden en misschien later bij een bank gaan werken. Zij gaat het denk ik wel redden.

Vrijdag 14 december

Weer naar huis.

Vroeg wakker en even lekker buiten op een stoel een boekje gelezen, met het uitzicht op het Nationale Museum. Rustig ontbijten en over de lokale markt lopen. We zoeken een mok van Angkor bier, die volgens de dames van het hotel misschien hier wel te koop zal zijn. Als we zo kijken verwachten we zelf van niet. Er wordt hier wel van alles verkocht, maar dan echt alleen wat de mensen zelf nodig hebben. Ook zitten er dames te handwerken in heel kleine hokjes.
Je kunt er je kont nog niet keren en ze maken echt de mooiste dingen. Het straatje is zo nauw dat als er mensen van de andere kant komen we een probleem hebben. Men verkoopt hier ook allerlei soorten drogisterij artikelen en medicijnen. Hier is ook een pedicure en kapper. Verderop zien we een vrouw heel magere kippen verkopen. De drie kippen worden gewogen en de vrouw moet $6 betalen. Na het wegen worden de ingewanden er uit gehaald en stukken bij de kont weggesneden. Deze kippen zijn erg duur in verhouding met wat mensen verdienen. De vrouw gooit het geld op de ingewanden en de verkoopster pakt het geld met haar handen waar ze net mee in de kip heeft gezeten en stopt het in haar schort. We worden dus wel even met de neus op de feiten gedrukt dat hygiëne wel erg belangrijk is. We lopen verder en lopen langs een souvenirshop met mooie spullen. We kijken maar kopen niets, want uit ervaring blijkt dat je er toch niets mee doet. Even beheersen.
Het wordt alweer aardig warm en tegen 11.00 uur nemen we een laatste douche, pakken onze tassen en gaan op het terras zitten om het dagboek bij te werken. We moeten ons zeker niet inspannen, anders gaan we weer zweten. In de schaduw is het goed te houden. We nemen nog een laatste lunch, betalen de rekening van $105 en gaan met onze tuk-tuk rijder naar het vliegveld. Op het vliegveld is het rustig en we wachten af tot we kunnen inchecken. In Singapore stappen we over en moeten we weer opnieuw inchecken, maar dit is goed geregeld. De vlucht terug gaat voorspoedig en ik heb het geluk dat ik veel slaap. Berry kijkt een paar films en na een vlucht van twaalf uur landen we op Schiphol en gaan we met de trein naar huis.



Na een geweldige vakantie en met weer een prachtige ervaring rijker komen we thuis.

Onze Camper Ervaringen