Vertrek naar Cambodja.



Dinsdag 27 en Woensdag 28 november

De wekker gaat om 05.00 uur. We staan vroeg op om met de bus van half 7 naar het treinstation te gaan. Nog even snel wat rommel opruimen, zodat Matthijs in een opgeruimd huis komt. We hebben voor het eerst iemand in huis via Holidaylink.nl voor oppas voor onze poezen. En dat is dus Matthijs. We moeten op het laatst nog haasten en missen we de bus. Helaas missen we hierdoor ook de trein van 07.00 uur. Op het station stappen we door een fout van de NS ook nog in de verkeerde trein. En gaan we via Nijmegen naar Utrecht. Na de nodige stress komen we om 08.15 uur aan op Schiphol. Rustig inchecken en richting gate. We vliegen met Singapore Airlines. Deze maatschappij staat erom bekend dat ze ruimere stoelen hebben en dat de service aan boord erg goed is. Inderdaad we zitten heerlijk, vriendelijke bediening en lekker eten. We vliegen met een boeing 777. In dit vliegtuig heeft iedereen zijn eigen tv scherm en kan je kiezen uit diverse nieuwe films, programma's of games. Twaalf uur later stappen we in Singapore uit het vliegtuig. We moeten nog anderhalf uur vliegen naar Phnom Penh en komen daar rond 10.00 uur aan.

Bij de eerste balie vragen we gelijk onze VISA aan voor 20 dollar per persoon. Dit wordt door zeven mensen verzorgd die allemaal hun eigen taak hebben. We lopen door de douane en zien dat de Cambodjanen geld betalen aan deze ambtenaren om sneller geholpen te worden. De bagage ligt al op de band. Als we de tas eraf halen merken we dat de slotjes van de tas niet meer open kunnen en dus vernield moeten worden. We zijn nog alleen in de aankomsthal en als we buiten komen is er een kantoortje waar we een taxi kunnen bestellen ($7 vaste prijs) naar het centrum van Phnom Penh. We hebben hotel ¨Bright Lotus¨ uitgezocht en daar worden we na een half uur rijden met de taxi afgezet. Gelukkig hebben ze nog een kamer op de vierde etage voor 16 dollar en ziet er erg goed uit. De kamer is voorzien van een fan, airco en warm water, dus wat willen we nog meer. We hebben uitzicht op het Nationale Museum. Na een heerlijk warme douche gaan we de stad in. Om zo snel mogelijk aan het tijdsverschil te wennen. We lopen ons hotel uit en lopen in nog geen twee minuten naar de rivier. We gaan eerst eens rustig zitten en kijken wat er allemaal gebeurd om vervolgens op een terras iets te drinken. Sommige restaurants langs de rivier zien er erg decadent uit in verhouding met het straatleven. Er staan luxe stoelen met dikken kussens en buiten het terras lopen kinderen te bedelen of spullen te verkopen. Zo verdienen ze geld om naar school te kunnen gaan. De kinderen kijken allemaal erg triest. We kunnen nu nog niets kopen omdat we dan de hele vakantie met de spullen moeten sjouwen. We beginnen moe te worden en lopen door richting het Paleis. Er zijn hier veel toeristen. Je mag niet naar binnen als je een korte broek aan hebt. Dus hebben we pech. Misschien ook maar beter zo. We lopen rustig terug naar ons hotel en nemen thee en een biertje. De zon staat op het terras en het wordt lekker warm. We moeten nu echt oppassen dat we niet in slaap vallen. Om 16.30 nemen we iets lekkers te eten (kip curry en rundvlees met gebakken noodles). Het eten is goed van smaak. Het is 18.00 uur en we houden de ogen niet meer open. Het begint donker te worden en de biologische klok zegt… slapen. We ruimen de tassen op en duiken het bed in. Heerlijk.



Donderdag 29 november

Phnom Penh en de Killing Fields

Om half acht worden we wakker. Vannacht er twee keer uitgeweest door de airco. Het was veel te koud. De airco uitgezet en toen heerlijk verder geslapen. We nemen een heerlijk ontbijt op het terras van ons hotel, met yoghurt, fruit en muesli Berry neemt toast met gebakken eieren. Het is hier heerlijk toeven ondanks het drukke verkeer voor ons hotel. We regelen een tuk-tuk naar het Tuol Sleng museum ($2 pp)en naar de Killing Fields ($3 pp). De tuk-tuk rijders hebben volgens ons bijna allemaal vaste prijzen en er valt weinig te onderhandelen. We betalen $14 voor de hele dag. In de tuk-tuk waarschuwt de bestuurder dat we goed op onze spullen moeten passen. Dit wisten we al, maar toch goed om er even aan herinnert te worden. We rijden 10 minuten door het chaotische verkeer en komen aan bij het museum. Het museum is realistisch en triest. Je ziet hoe de mensen gevangen gehouden werden en er zijn foto's van veel gevangenen. Erg confronterend. De mensen zijn gemarteld en gedood op gruwelijke wijze. Van bijna alle mensen zijn foto's gemaakt. Hoe ziek kun je zijn om dit te doen? We zien martelwerktuigen en tekeningen over de harde werkelijkheid. De "isoleercellen" zijn afschuwelijk. De kamers, voormalige klaslokalen waar mensen soms wel 6 uur gemarteld werden om maar informatie los te krijgen. Als dit niet werkte werden ze met de handen op de rug opgehangen op de binnenplaats. Als ze dan half bewusteloos waren werden ze verdronken in een stenen kruik. Dit alles werd gedaan in opdracht van het Pol Pot regime en uitgevoerd door gevangen die een keuze kregen van of meewerken of de dood. Sommige van deze mensen zijn levend uit deze gevangenis gekomen en hebben nu een "normaal" leven. Er hangen foto's van deze mensen met hun verhaal in het museum. Er wordt ook een film gedraaid met verhalen van nabestaanden. Alles is erg indrukwekkend. Als we het museum uitkomen staat onze chauffeur al te wachten en brengt ons verder naar Choeung Ek. Dit is het uitroeingskamp waar 129 massagraven zijn gevonden. De gevangen werden daar naar toe getransporteerd. Zittend op de rand van een massagraf werden de mensen letterlijk dood geslagen. Dat werd gedaan om kogels te besparen. De kinderen werden van hun moeders afgepakt en tegen een boom doodgeslagen of als schietschijf gebruikt. Een schilder heeft dit alles geschilderd en dit is niet voor te stellen. Die schilderijen zijn in het S21 museum te zien. Er staat een grote glazen stupa die gebouwd is in 1988 ter nagedachtenis aan het Pol Pot regime van 1975 tot 1979. Binnen in de stupa liggen allemaal schedels en onderin ligt kleding. Het is allemaal een beetje onwerkelijk, maar de schedels zijn toch heel echt. Als we doorlopen zien we dat we over beenderen en kleding lopen die in de grond liggen. We lopen dus letterlijk over de graven met meerdere grote kuilen waar dus veel mensen in begraven lagen. Het is erg confronterend. Na deze ervaring gaan we weer verder.

We hebben gelezen over een stichting die zich inzet voor de kinderen die werken en leven op de vuilnisbelt van Steung Meanchey in Phnom Penh. Onze tuk-tuk chauffeur zegt dat hij weet wat we bedoelen en brengt ons naar een organisatie die kinderen opvangt. Maar dit is niet wat wij bedoelen, het is er allemaal erg toeristisch en commercieel. We worden meteen een winkel ingestuurd. Omdat dit niet de bedoeling is lopen we weg. We worden aangesproken door een dame die vraagt of we iets zoeken. Na uitleg zegt ze dat we dan op eigen gelegenheid naar de vuilnisbelt kunnen gaan. Ze verteld tegen onze chauffeur wat onze bedoeling is en hij brengt ons uiteindelijk naar de vuilnisbelt. De chauffeur zet ons iets voor Steung Meanchey af omdat hij misselijk wordt van de stank. Uitleg is niet nodig. Hij kijkt ons aan of we wel goed bij ons hoofd zijn. Het stinkt er naar verbrand plastic en er hangt een hele zware en dikke walm. We hebben wel eens documentaires gezien over deze kinderen, maar als je er tussen staat is het echt heel anders. We worden gedropt en lopen langzaam naar het midden van de waar wel honderden mensen lopen en met name veel kinderen. We zien mensen die lopen te sjouwen met grote zakken op hun rug. De mensen pikken met een ijzeren haak de rommel tussen de vuilnis uit. Dit verzamelen ze in hun grote zak op de rug. Als de zak vol is wordt hij verkocht. Het is een bizar gezicht. Hele families die vuil sorteren. De kleine kinderen lopen te zeulen met een veel te grote zak. De hele kleintjes lopen schaars gekleed en zonder schoenen over de rommel. De mensen vinden het niet vreemd dat je staat te kijken en je staat je te verbazen. Je schiet compleet vol als je deze ellende ziet. De mensen lachen en sommige zitten bij elkaar en hebben echt plezier. We krijgen een brok in onze keel. Daar staan we dan met een fotocamera die meer kost dan een aantal jaar inkomens van al deze mensen. Wat wij in Nederland zonder blikken of blozen weggooien omdat we het niet meer mooi vinden, iets nieuws willen hebben of niet meer passen daar zou je deze mensen helemaal gelukkig mee maken. Wat ze hier wel hebben is aandacht en liefde voor elkaar. Iedereen kent elkaar, terwijl je bij ons je eigen buren niet eens kent en geen tijd of zin hebt om met mensen te praten of ze te helpen. Het is allemaal erg dubbel. Ik denk dat deze mensen ondanks dit werk toch heel gelukkig zijn. Na een kwartier zien we onze chauffeur met een grote doek voor zijn mond en een zeer verbaasde blik van "wat willen jullie nu". Er komt een nieuwe vuilniswagen aangereden en je ziet de mensen met gevaar voor eigen leven zo dicht mogelijk tegen de vuilnisauto aan kruipen om te zorgen dat als hij gaat lossen ze als eerste de spullen eruit kunnen pikken. Het is erg bizar allemaal en dan te bedenken dat deze mensen hier ook op wonen. In tenten van plastic zakken. Er is geen stromend water of sanitair. Enkele mensen zijn bezig om op een houtvuurtje iets te koken. De mensen verdienen met hun werk ongeveer 1 a 2 dollar per dag. Ze werken van zonsopgang tot zonsondergang. Het is onbeschrijflijk.

Na enige tijd lopen we dan toch maar terug naar onze tuk-tuk. We vragen aan onze chauffeur of hij dit wel eens vaker heeft gezien. Hij zegt dat hij het niet wil zien. We rijden met een vreemd gevoel terug naar het hotel en strijken neer op het terras. Omdat we na het ontbijt nog niets gegeten hebben en het bijna 16.00 uur is nemen we iets kleins te eten en praten nog wat na over deze ervaring. We lopen na het eten richting een tempel de Wat Phnom. Dit is een tempel die op een heuvel is gebouwd met daarom heen een gezellig park waar een ontspannen sfeer hangt. We komen langs een markt. Deze scheelt niet veel van de andere markten in Azië waar vlees, vis en groenten verkocht worden. Alles ligt in de zon, vliegen voelen zich thuis en vissen liggen dood te gaan in bakken zonder water. Bij de tempel is het echt relaxed. Er spelen kinderen in het park en de ouders zitten op het gras. Ook lopen er wat apen, altijd leuk. Omdat we toeristen zijn moeten we 1 dollar betalen om naar de tempel in te mogen. De tempel zelf is niet echt bijzonder maar er hangt een rustige sfeer. Het begint donker te worden en Berry wil nog even bij het ¨Lake¨ kijken. We lopen langs het oude en verlaten treinstation. Sinds een korte tijd rijden er geen treinen meer, omdat er geen mensen mee willen en kunnen reizen. Omdat we enigszins verkeerd zijn gelopen halen we het ¨Lake¨ niet meer. Het wordt snel donker en er rijden veel auto's en tuk-tuks zonder licht. Je moet echt oppassen want ze zien ons ook niet en rijden vlak langs ons heen. Wat ons opvalt zijn de enorme dure en grote SUV´s die hier rijden. Later horen we dat daar veel regeringsmensen in rijden. De straat is bijna niet verlicht en we besluiten dan ook om een tuk-tuk naar het hotel terug te nemen. De chauffeur rijdt nogal veel tegen het verkeer in en we zijn dan ook blij dat we heelhuids bij het hotel aankomen.

Even lekker opfrissen en daarna gaan we eten bij Frizz. We hebben hierover gelezen dat ze een erg lekkere amok hebben en deze wil Berry erg graag proeven. Het restaurant wordt gerund door een Nederlander die jongens van de straat heeft gehaald en een opleiding heeft gegeven om te werken in de horeca. De jongens zijn erg attent en spreken goed engels. De eigenaar heeft deze tent opgezet uit puur idealisme. Het eten is heerlijk en voornamelijk echt Kmer food. Er loopt hier een heel jong katje rond waar de eigenaar erg gek mee is. Het beestje wordt door iedereen aangehaald. Komt deze kat misschien toch nog goed terecht. Het eten is niet duur ($13) en erg goed. We nemen nog een cappuccino en een kop thee op ons eigen terras en duiken dan het bed in. Het was een enerverende dag met veel indrukken.

Onze Camper Ervaringen